Kinderen zijn niet geholpen met zogenaamde optimisten die blijven roepen ‘als je wilt, dan kun je het’. Om die zelfde kinderen, als het dan toch niet lukt, naar een faalangstreductietraining te sturen
Terwijl de aanbiedingen bij ons komen binnenrollen omdat we een eindexamenkandidaat in huis hebben, lijkt Telegraaf-psycholoog Jeffrey Wijnberg de strijd aan te binden met een – naar zijn zeggen – ernstig misverstand. Want: faalangst bestaat niet! Mensen met faalangst hebben een excuus gevonden om de werkelijkheid niet onder ogen te zien.
Stel he, stel dat Jeffrey Wijnberg gelijk heeft en dat faalangst werkelijk niet bestaat. Dat zou ook betekenen dat wij ouders moeten erkennen dat onze kinderen in sommige vakken geen hoogvliegers zijn en veel oefening en training nodig hebben in dat specifieke vak. Bijles, huiswerk, ouderwets stampen.
Voor de ontwikkeling van een kind is het ronduit slecht als het zich omringt weet met valse optimisten die roepen ‘als je wilt, dan kun je het’. Om dan, als het uiteindelijk toch niet lukt en kinderen als het ware verstenen, gemakzuchtig te roepen dat een kind last heeft van faalangst. Soms ben je ergens gewoon niet goed in en is veel oefenen en trainen de enige oplossing. Heel frustrerend. Zeker niet leuk en het kost bergen met tijd. Je hebt dan niets aan ouders en docenten die roepen dat je aan faalangst lijdt en op training mag.
Kinderen hebben opvoeders nodig die hen steunen in hun strijd. Want aan het aanleren en trainen van doorzettingsvermogen hebben eindexamenkandidaten meer dan aan zo’n ‘faalangstreductietraining’ die valse verwachtingen wekt.
Deze column is eerder in een serie verschenen bij HD-media
deel 1 >>
deel 2 >>
deel 3 >>
deel 4 >>
Marina horen spreken? Ga dan naar de agenda voor de laatste informatie.