Ruben en Nathalie zijn vier jaar geleden gescheiden. Met elkaar hebben ze indertijd voor hun dochters Esmee (9), Nikita (7) en Valerie (6) een ouderschapsplan samengesteld waarmee zij beiden goed uit de voeten kunnen. Het co-ouderschap stond in het plan centraal; samen zorg dragen voor ‘de meiden’, dat was het uitgangspunt.

Eigenlijk was met dit plan de invulling van het ouderschap beter geregeld dan in de tijd dat Ruben en Nathalie nog samen waren. Ruben is vaker thuis, doet veel en leuke dingen met de kinderen. En ook het overleg over school, sportclubs en de orthodontist is eigenlijk beter én makkelijker geworden. Zo’n richtlijn als het ouderschapsplan werkt. Of beter gezegd: werkte. Want Nathalie wil een aantal zaken aanpassen aan haar nieuwe situatie waarin ze ook gaat verhuizen. Verder weg en voor de meisjes moet eigenlijk een nieuwe school gezocht worden. Het co-ouderschap moet anders verdeeld gaan worden om alles een beetje praktisch te houden. Nathalie denkt dat dit ‘even’te regelen is; er is immers geen rechter voor nodig om de zaken aan te passen. Ze heeft echter buiten Ruben gedacht.

Ruben is inmiddels de lol van zijn nieuwe leven in gaan zien. Hij geniet van de week waarin de meisjes bij hem ‘thuis’zijn. Zijn rol als vader bevalt hem eigenlijk wel. Dus aanpassing van het ouderschapsplan, waarin het aantal dagen minder zal worden, Ruben dénkt er niet over. Als Nathalie dan zo graag met die nieuwe vent samen wil gaan wonen, zijn zegen hebben ze. Maar niet ten koste van de relatie die hij met zijn kinderen heeft. En de tijd die ze met elkaar doorbrengen is onlosmakelijk verbonden met de kwaliteit van de relatie. Daar is Ruben inmiddels van overtuigd.

Inmiddels zijn de ruzies weer ouderwets opgelaaid. Het heen en weer brengen van de kinderen gebeurt weer in stilzwijgen, afspraken met de orthodontist worden alleen nog maar per mail doorgegeven en als het even kan trekt Nathalie al die zorg naar zichzelf toe. ‘Dan ziet iedereen dat ik uiteindelijk altijd voor alles opdraai.’Het is precies dezelfde zin die ze gebruikte in de tijd van de scheiding. Vier jaar later en eigenlijk is er niets veranderd.

Alle gemoedelijkheid lijkt te zijn verdwenen en Ruben is er verbaasd én verbolgen over. ‘Zo lang het gaat zoals madam wil is alles koek en ei. Maar op het moment dat je haar aan de afspraken houdt, dan wordt ze vals’. Hij besluit Nathalie te houden aan de clausule waarmee het ouderschapsplan eindigt: bij onoverkomelijke verschillen van mening hebben ze beiden beloofd de zaak samen met een mediator uit te zoeken. Dat ze niet warm loopt voor dit – toch dure – plan is voor Ruben geen verrassing. Maar hij zet wel door.

Het eerste gesprek waar beide tot de tanden toe gewapend binnen komen verloopt stroef. De posities in beider loopgraven zijn ingenomen en ze bestoken elkaar met argumenten waarom één een betere ouder voor Esmee, Nikita en Valerie is dan de ander. In plaats van gezamenlijke zorg blijken deze ouders hun kinderen in te zetten voor hun eigen gelijk. Op mijn vraag wat de drie dochters van alle plannen vinden kijken Ruben en Valerie me verbaasd aan. Daar hebben ze zich eigenlijk nog helemaal niet zo mee bezig gehouden.

4/3gGEqwnu6C46hQ6ugHk48BzvGKsnvjAQslNiWOjnfB6_xTJvHE9_BLQ