“Voor mij is longkanker het ergste. Voor haar een griepje. Je doet ons beiden te kort als je daar een waardeoordeel over hebt. Ik heb die woorden van mijn (stief-) moeder altijd onthouden. Ze hebben indruk gemaakt.”

Ik zal niet ouder dan 23 zijn geweest toen ik de deur met een net iets te harde klap achter de buurvrouw dichtsloeg. Ze was net op bezoek geweest bij mijn moeder en had uitgebreid zitten klagen over haar grieperigheid. Mijn moeder had het, liggend in haar bed, vriendelijk aangehoord en had haar moed in gesproken. Toen ik na het bezoek druk in de weer was met het opschudden van kussens en zachtjes hielp bij het zoeken naar de meest prettige en pijnloze houding ontglipte me de opmerking ‘wat een heks zeg! Terwijl jij hier aan longkanker ligt dood te gaan heeft zij het over een armzalig en armetierig griepje.’ Mijn moeder was een wijze vrouw en leerde me een levensles. ‘Voor mij is longkanker op dit moment het allerergste. Voor haar dit griepje. Je doet mij te kort om deze situatie af te zetten tegen haar strubbelingen want doodgaan is niet niks. Maar je doet háár ook te kort: de dagelijkse dingen in het leven vergelijken met Grootse zaken verlamt mensen. Beperkt ze in het beleven van voor hen belangrijke zaken. Dat is niet eerlijk.’

Deze woorden ben ik nooit vergeten. Vaak genoeg heb ik ze tegen anderen gezegd als ze eigen sores vergeleken met Grotere. ‘Jij mag op jouw manier jouw pijn en verdriet hebben. Jouw persoonlijke pijn en verdriet vergelijken met de tegenslag van een ander doet jou én die ander geen recht.’

Nu heb ik mijn moeders woorden tegen mijzelf gezegd.

‘Of ik wel even rekening wilde houden met al die mensen die nog steeds aan het wachten zijn op uitsluitsel over hun familie en vrienden’. In eerste instantie begreep ik het niet eens. Ik zag vol verlangen uit naar de terugkomst van mijn kind. Twee maanden weinig horen, ver weg en wéten dat het een zware wintertraining is maakt dat je blij bent als je hem weer in je armen kunt sluiten. Moest ik rekening houden met andere ouders en familieleden van mariniers die niet gezond en wel terug zouden komen?  Of misschien zelfs wel erger?

De opmerkingen bleken te gaan over vlucht MH370 van Malaysia Airlines. Een afschuwelijke nachtmerrie voor honderden mensen. Niet weten waar je geliefde is, is voor iedereen die dit nog nooit heeft meegemaakt niet te bevatten. Zelfs als je dat graag zou willen. Het lukt je niet. Het kan niet.

De opmerkingen kwamen bij mij persoonlijk wel hard aan. Ze leerden me namelijk dat het eigenlijk niet mág: vertellen dat je zo verlangt naar je kind. Dat je het wel welletjes vindt, na ruim twee maanden sporadisch contact en weinig informatie. Dat je verlangt naar zijn sacherijnige gezicht aan de ontbijttafel, zijn  grapjes over het eten hebt gemist en dat het heerlijk is om een kind om je heen te hebben die altijd bereid is om even bij te springen als je een handje nodig hebt. Die je vertelt dat je eens moet stoppen met je zaken (als deze) aan te trekken en met een schuine lach om zijn mond vertelt dat je heus de liefste moeder bent.

Het is te klein en teveel op de vierkante centimeter. En niet te bevatten in het Grote Geheel.

Het was dit moment dat ik de les van mijn moeder begreep. En dan Begrijpen met een Grote ‘B’. Opmerkingen over Grootse, Onbegrijpelijke Zaken zijn misplaatst als je ze vergelijkt met de emoties van een totaal andere orde. Sterker nog: élke situatie vergelijken met een andere én daar dan een waardeoordeel over loslaten, doet situaties te kort. De mensen die erbij horen incluis. Misschien lijkt het wel wijs te klinken, maar wijs doen om het wijs willen zijn is van alles. Maar niet wijs.

Beste buurvrouw, sorry van die deur. Ik had dat niet moeten doen. Ik hoop dat de hotcoldrex die mijn moeder u meegaf geholpen heeft en u een heel leuk avondje uit met uw nieuwe vriend heeft gehad. Die tien jaar na het overlijden van uw man zijn niet makkelijk geweest. En echt, ik meen het!

Lieve vriendin, jouw ontslag was voor jou het ergste, mijn miskraam was mijn verdriet. Ik had je hier de mond niet mee mogen snoeren. Het spijt me.

Lieve zoons, hongerige en arme kindjes zijn geen reden om spruiten te moeten eten. Hoe grappig het ook mag klinken, het is het niet. Jullie dwingen om dáárom die vieze stuiterballen wel te eten was niet fair. Ik had beter moeten weten. Omdat Oma Hemel me anders heeft geleerd.

Lieve mamma, wijsheid over het graf heen. En heus, dit was niet de eerste keer. Wat heb je een ongelooflijke hoeveel geduld en liefde voor ons opgebracht. We hebben het je niet makkelijk gemaakt. En wat heeft jouw wijsheid ons veel gebracht in dit leven. We zijn je er iedere dag dankbaar voor!

In liefdevolle herinnering, Coby Atsma, De Opperstiefmoeder. Ze is 49 jaar geworden.

♡ 17 april 1940 –  ✝ 4 februari 1990

17 april 2020 Dit blog is eerder verschenen. In overleg met mijn zusje posten we deze vandaag weer. Omdat we beiden zien hoe we als maatschappij worstelen met de tegenslagen die we in dit coronatijdperk meemaken. Jouw tegenslag mag er zijn. Zoals de tegenslagen er van een ander ook mogen zijn. We wensen je toe dat deze wijze woorden van onze (stief-)moeder je een hart onder de riem steken. Dat ze je ruimte geven om het verdriet van de ander te zien. Zoals het er is. Zonder waardeoordeel.
We denken dat we onze moeder geen beter ‘cadeau’ kunnen geven op deze dag.
4/3gGEqwnu6C46hQ6ugHk48BzvGKsnvjAQslNiWOjnfB6_xTJvHE9_BLQ