Vuurwerk verbieden? Wat levert het je op? Een puber die geschrokken zijn net aangestoken rotje in z’n broekzak propt als hij je onverhoeds tegenkomt? Doe mij dan maar een lesje ‘zo steek ik een rotje af’. En als angstige moeder zit ik dan graag eerste rij om te zien dat het allemaal goed gaat.
Persoonlijk heb ik niets met al dat geknal. Ik heb wél wat met de blije gezichten van puber 1 en puber 2 als de jaarlijkse knal- & feest-bijbel door de brievenbus glijdt! Wat een lol! ‘Zal ik die, of die, of dat pakket, dan krijg je meer …’ Dat verbieden heeft geen zin heeft, dat was me al heel snel duidelijk.
Niet dat verbieden ooit in mijn hoofd is opgekomen; als dochter van een vader die met het in handen krijgen van een stapel rotjes meteen een jongensachtige twinkeling in zijn ogen kreeg, weet je wel beter. Bij oudjaar horen rotjes, donderbussen en pijlen.
Verbieden zou voor mij direct verband houden met het onderdrukken van mijn eigen, misschien wel onterechte angst. Een vuurwerk-verbod zou dan niet alleen een oneerlijke, maar meteen ook een verloren strijd zijn: die wordt tóch gewonnen door de spanning en sensatie die rotjes en romeinse pijlen bieden.
Mij heeft een uurtje ‘zo laten we onze rotjes knallen’ veel rust gegeven: met eindeloos geduld hebben beide heren – op verzoek – laten zien hoe je een rotje het beste kunt laten afgaan. Ik hoop nu op enig gezond verstand op het moment dat het er écht om spant!