Diederik zit er wat verloren bij. Zijn moeder heeft meteen bij het binnenkomen het woord genomen. Ze is ten einde raad. Niet alleen als het om het gedrag van Diederik gaat, maar ook als het gaat om de relatie met haar ex-man. Zijn nieuwe vriendin lijkt af en toe te vergeten dat ze gekozen heeft voor een leven met een gescheiden man. Tenminste, het beslag wat ze – samen met haar kinderen – op hem legt en het feit dat hij daarmee Diederik’s opvoeding verwaarloosd zijn voor Hanna tekenen aan de wand. Er moet iets gebeuren. En eerst maar eens iets aan het gedrag van Diederik. Daar heeft ze het meeste last van. Dit relaas heeft ongeveer een kwartier geduurd. Af en toe werp ik een blik op Diederik. Hij lijkt het allemaal onbewogen aan te horen. Behalve bij de laatste zin, waarin zijn gedrag als één van de problemen waar zijn moeder last van heeft, wordt genoemd. En er zijn nogal wat klachten over Diederik. Er is door zijn moeder een overzichtelijk lijstje van gemaakt. Diederik is te druk in de klas, komt te vaak te laat, hij heeft gespijbeld, een docent ‘voor rotte vis’ uitgemaakt (ik zie Diederik bij dit puntje even glimlachen), volgens de buurtregisseur hangt hij te veel in een parkje en hij heeft nu drie boetes uitstaan voor het fietsen zonder licht. Oh ja, de boze buien, de onredelijkheid, het feit dat hij zijn huiswerk niet maakt, de onvoldoendes, de… Zijn moeder begint echt op stoom te komen bij het opnoemen van al de wandaden. En Diederik zelf kijkt wat voor zich uit. Alsof het niet over hem gaat en hij de tijd wat zit te doden.“Diederik, wat vind jij hier nou van?” Er wordt wat geschokt, een schouder gaat omhoog, om laag en wordt wat zenuwachtig op zijn stoel heen en weer geschoven. “Zie je wel, hij vind er niets van. Hij vind het allemaal wel OK!” De stem van zijn moeder slaat over van frustratie. “En ik geloof er niets van. Ik geloof er hélemáál niets van dat het een puber niets doet als zijn moeder zo’n lijst van wangedrag bij een wildvreemde neerlegt.” Het is even stil in de kamer als ik dit zeg. Opeens hoor ik gegrinnik uit de buurt waar Diederik zit. “Dat zal mijn moeder niet leuk vinden om te horen, is het droge commentaar.” Ik grinnik terug en vraag dan verder. Wat vindt hij er nu werkelijk van, is het in zijn beleving ook zo dat hij verzaakt op alle gebieden die nu zo belangrijk zijn voor zijn toekomst? Diederik weet alles te relativeren met een puberale openheid waar ik altijd weer van onder de indruk ben. Omdat hij zo duidelijk weergeeft waar de pijn echt zit: hij wil gezien worden. Echt gezien worden. Door zijn afwezige vader en ja, ook door zijn moeder. Die meer bezig is met klagen over de situatie dan dat ze aanspreekbaar is voor flauwe zaken als een proefwerk Nederlands of Biologie. Op mijn vraag of Diederik denkt dat zijn gedrag zal veranderen als zijn moeder minder klaagt en letterlijk ‘meer aanwezig is’ in zijn leven zegt hij ronduit ‘ja’.Hanna luistert met betraande ogen.Diederik heeft zijn eerste ‘oorlog’ gewonnen: de afspraak wordt gemaakt dat hij en zijn moeder per dag minimaal een half uur doorbrengen zonder geklaag over de scheiding. In dat halve uur wordt er vooral gesproken over school, sport, vrienden en de dingen die Diederik meemaakt. Hanna mag ook ‘meepraten’. Zolang haar verhalen positief en opbeurend zijn.Als Hanna twijfelt en zegt dat ze niet weet of dit nu wel de bedoeling is; het gaat immers over het gedrag van Diederik dat moet veranderen, heb ik een medestander. “Mam, we leven samen. Ik wil het wel proberen.”Hij gaat er ook mee akkoord dat ze de volgende afspraak met z’n drieen komen: hij, zijn moeder én zijn vader. De toekomst van deze puber zal door beide ouders geborgd moeten worden. En dat het liefst in goed overleg.
Gideon de Haan begeleidt nieuwe gezinnen naar een succesvolle start. Het loyaliteitsconflict dat elk kind van gescheiden ouders ervaart, is zijn drijfveer bij het begeleiden van gezinnen. Zelf is hij getrouwd en stiefvader van twee (stief-)zoons.
Deze column is eerder verschenen in het kwartaalmagazine Nieuw Gezin