Nederland gaat steeds meer als los zand aan elkaar hangen. Dat is eigenlijk de vaststelling die pas geleden is gepubliceerd als het gaat om gezinnen.
Om te studeren verlaten we onze steden en dorpen, om te werken vestigen we ons aan de andere kant van het land (of de wereld). Zo komen familie en vrienden steeds vaker op afstand te wonen. We gaan natuurlijk weer nieuwe vriendschappen aan en deze blijken voor een groot deel gebaseerd op gemeenschappelijke kenmerken: kinderen bij elkaar in de klas, sport- of hobbyclub, vrijwillige inzet of ons tijdens ons professionele leven: het dagelijks werk.
De netwerkgroepen van mamma weet alles zijn niet te vangen in hobby of werk. Wat we als ouders wél delen is de lol in het opvoeden van pubers met zo af en toe (regelmatig) een dipje die je het gevoel geeft met topsport bezig te zijn. We delen tijdens deze ontmoetingen ook onze kennis. Hoe doe jij dat nou is een steeds terugkerende vraag. En dan blijkt zo’n bijeenkomst reuze leuk: je gaat meestal weg met het gevoel dat je het zo gek nog niet doet. Dat kan dan zo maar de opsteker van de week zijn!

4/3gGEqwnu6C46hQ6ugHk48BzvGKsnvjAQslNiWOjnfB6_xTJvHE9_BLQ