Mamma’s pappot

Van mij had er best een vleugje meer ‘mamma’s pappot’ in mogen zitten. Twee zoons die een eigenzinnige beroepskeuze doen: de één bij defensie, de ander droomt van verre landen. Elke keer als er weer afscheid genomen moet worden huil ik dikke tranen met tuiten. Deze keer maakt de jongste het wel heel erg bont: er worden plannen beraamd om een jaar (12 maanden!) naar Nieuw Zeeland af te reizen. Ik zie mezelf over 5 jaar al bij Robert ten Brink op de bank zitten voor ‘love is in the air’…

‘Met hoeveel komen jullie, met kerst?’

Het jaarlijkse familiemailtje waar iedereen in mijn familie naar uitkijkt: het is de traditie om kerstavond met elkaar te vieren. Ooms, tantes, neefjes, nichtjes, klein grut en zelfs exen schuiven deze avond aan tafel aan. Kerst zoals je droomt, inclusief een kerstvoorstelling door de allerkleinsten. Er wordt bijgepraat, hoogte en dieptepunten uit onze levens gedeeld en nieuwe plannen gelanceerd.

Mijn hart maakt haar jaarlijkse huppeltje: ‘ja, het is bijna kerst!’ En dit jaar is het nog leuker want ik kan mijn ‘nieuwe’ schoondochter als een soort van trofee de familie in duwen. Dan kan iedereen zien hoe blij we met haar zijn en hoe geweldig ze past bij de oudste en binnen ons gezin.

Plus één maar ook: min één.

Niet lang daarna snerpt er ook een scherpe pijn door m’n hart. Want dit jaar betekent kerst niet alleen dat we met ‘plus één’ zijn, maar betekent ook dat we de jongste moeten missen. Met de dag realiseer ik me meer en meer bij hoeveel belangrijke momenten hij zal ontbreken, als hij daar in dat verre Nieuw Zeeland rondloopt. En dan niet een weekje, een maandje of – doe eens dol – voor drie maanden. Maar een héél jaar!

Het is wel heel veel ‘geen

Geen Sinterklaasfeest, geen kerst, geen Oud & Nieuw, een lege plek bij de presentatie van m’n nieuwe boek in februari, geen grappen met Valentijn. Niet de kritische meelezer bij DopApril. ’s Avonds na een lezing niet meer samen kijken naar inkmasters. Niet omdat ik dat programma nu zo ongelooflijk ga missen, maar wel het gevoel van ‘wij samen terwijl de rest van de wereld al slaapt’.

Geen briefje meer op tafel ‘gefeliciteerd met ons huwelijk’ op tafel vinden, in een bloempot uit de tuin. Het komende jaar geen verjaardagen waar hij elke jarige Job weet te verrassen met een cadeautje dat klopt. Je kent ze wel, van die cadeaus die je nooit op je verlanglijst zou zetten maar na het uitpakken weet je dat je hier echt heel blij mee bent.

Rijkdom

En natuurlijk ook geen rondslingerende schoenen waar je keer op keer je nek bijna over breekt, geen vuile was meer verspreid door z’n kamer, geen klodders haargel op de spiegel in de badkamer en irritaties over dat lange slapen als hij vrij is. Geen discussies over het lange douchen en z’n taken in huis of de lege koelkast ‘gewoon, omdat ik honger had!’. Altijd een opgeruimde trap omdat er geen jassen, tassen en schoenen liggen die ‘ooit nog een keer naar boven zouden moeten als dat zo uitkomt’.

Terwijl ik me afvraag hoe ik het die twaalf maanden ga volhouden, zonder die warme armen die hij om me heen slaat bij een knuffel, bedenk ik me dat het lijstje van ‘geen, niet meer en heel erg missen’ vooral getuigd van een Grote Rijkdom.

Een mooie kerstgedachte!

4/3gGEqwnu6C46hQ6ugHk48BzvGKsnvjAQslNiWOjnfB6_xTJvHE9_BLQ