Geen opvoeder vindt het leuk als zijn of haar kind begint met het alom bekende zinnetje… ‘ik verveeeeel me!’.

Maar, niet getreurd, ook aan vervelen zitten positieve kanten!

Gelukkig betekent ‘vervelen’ in de meeste situaties niets meer dan dat er even geen rek in het altijd actieve, ondernemende en nieuwsgierige kinderhoofdje zit.

En dat kan gebeuren.

Een kind kan ‘gewoon’ moe zijn; het is thuis of op school een spannende tijd geweest en dat koppie wat altijd maar rondjes draait als het gaat om leren, zich aanpassen als brugpieper, de spanning van de CITO-toets, aan het nieuwe huis wennen… Je snapt het: dat kinderbrein heeft gewoon even behoefte aan rust. Láát je kind even en beheers jezelf met het aanbieden van allerlei alternatieven. Het komt vanzelf goed, ze vinden op een gegeven moment echt wel iets om te doen. Sterker nog: vaak sneller dan je dan verwacht had!

Je hebt nu meten een mooi moment om het even over al die spannende zaken te hebben. En neem je voor om vooral vrágen te stellen en niet in vuilkuil te kukelen van uitleg en onderwijs.  Je weet wel, van dat ‘ik snap het wel hoor, je bent een beetje moe van…’

Handiger is het om een vraag stellen als ‘zou het kunnen zijn dat je hoofd even rust nodig heeft en weet je dan ook waarvan?’

Het kan ook zo maar zijn dat je kind te weinig uitdaging heeft. En dan is vervelen natuurlijk écht heel vervelend. Wie zei dat ooit zo mooi ‘mijn leren is spelen, en mijn spelen is leren’? (red: dat was mijnheer Hiëronymus van Alphen)

Om te snappen dat kinderen zich op een gegeven moment kunnen gaan vervelen, als hun nieuwsgierige brein als het ware niet meer bevredigd wordt met nieuwe weetjes, feiten en ze zich niet meer kunnen verbazen, is het handig om iets meer te weten van de ‘leercirkel’.

Kinderen leren in een zogenaamde ‘leercirkel’ en die is opgebouwd uit vier stappen:

a. je vertelt kinderen wat ze moeten leren, wat je van ze verwacht (soms slaan kinderen deze fase over omdat ze meteen begrijpen wat er van ze verwacht wordt, wat ze met ‘iets’ kunnen)

b. daarna gaan ze op onderzoek uit; ze gaan op ontdekkingstocht en leren al doende door hun nieuwsgierigheid

c. oh help, wat moet ik nog meer doen? Kan ik dit wel?; een kind loopt tegen zijn/haar eigen onmogelijkheden op en loopt als het ware vast. ‘ik verveel me’, kan dan zomaar geroepen worden.

d. de hulpvraag: ‘ik verveel me!’; ik snap alles al en wil nog meer leren, ik snap het niet en ben rondjes aan het draaien…

Al spelend leren kinderen veel en als het dan speelgoed heeft dat eigenlijk ’te makkelijk’ is, wat al zo vaak ‘bespeeld’ is, dan kan de verveling ongenadig toeslaan.

Kijk dus regelmatig naar je kind als het speelt; verzint het nog nieuwe dingen, blijft het soms moeilijk en een echte uitdaging om iets voor elkaar te krijgen?

Op school moet de lesstof uitdagend zijn; een kind dat doodmoe thuiskomt en vertelt dat het zich ‘de hele dag heeft zitten vervelen’ heeft misschien uitdagender lesstof nodig.

Dat kan ook voor thuis gelden natuurlijk: de hele dag lekker bezig zijn met leren en dan opeens een vakantie lang ‘helemaal niets doen’, dat kan zo maar verkeerd vallen, in dat ontdekkende kinderbrein.

Kijk wat je kunt doen, tijdens een vakantie; de bibliotheek organiseert vaak leuke dingen, je kunt naar een museum gaan, je thuis aan het knutselen slaan en bijvoorbeeld een kijkdoos maken, of een filmpje over een onderwerp.

En dan willen jullie nog een tip…

Maak een idee-pot.

Daar stopt iedereen een briefje in met een idee voor de vakantie. En ja, natuurlijk doen mamma en pappa ook mee! Het kan zo maar zijn dat je op die manier elke dag iets leuk te doen hebt, maar: het kan ook zo maar zijn dat je een paar dingen op één dag gaat doen…

Maar euh… je programma niet te vol plannen natuurlijk!

Want… het is zo lekker om af en toe te kunnen zeggen… ‘ik verveel me’

Deze column is in verkorte vorm eerder gepubliceerd.

Marina wel horen spreken? Ga dan naar de agenda voor de laatste informatie.

4/3gGEqwnu6C46hQ6ugHk48BzvGKsnvjAQslNiWOjnfB6_xTJvHE9_BLQ