Morgen is de laatste dag van mijn vakantie. En ja, die was oneerlijk lang met acht weken. Maar, misschien een troost: ik heb van elke minuut, elke seconde genoten! 


Van die acht weken ben ik, zoals je misschien gelezen hebt, een hele maand samen met mijn meneer op reis geweest. Vijftien jaar heb ik geroepen dat ik ‘als ik de vijftig wél haal (in tegenstelling tot een fiks aantal familieleden) mijn dankbaarheid zou gaan betuigen in Santiago de Compostela. Mijn belofte, aan mijzelf én aan de Heilige heb ik in augustus waargemaakt. Een mens moet én niet met eigen beloftes spotten maar zéker niet met die van de Heilige Jacobus. 

In de eerste helft van mijn vakantie, de wég er naar toe, heb ik mezelf vaak afgevraagd wat ik zou moeten of willen beleven, aan hét moment in de Kathedraal. En ik heb het de hele reis niet kunnen bedenken. Vaak vroeg ik me dit af tijdens onze vele stops bij andere kapelletjes en grotere en zwaar versierde Godshuizen die we op onze weg zijn tegengekomen. 

Eén van de momenten waarop ik opeens snapte waar mijn behoefte om deze vijftig-jarige streep te trekken was op het moment dat ik twee geluksballonnen op aan het laten was aan ‘het einde van de wereld’. De rotsen van Finisterre waar de pelgrims van weleer hun oude kleding verbrandden als teken van een nieuwe begin. Eén ballon was voor de mensen die ik liefheb en in mijn leven vreselijk mis: mijn vader, mijn stiefmoeder en de biologische moeder die ik eigenlijk nooit echt goed gekend heb. Omdat zij en ik zo jong waren toen ze afscheid moest nemen. Met z’n drieën verdwenen ze als een brandend stipje aan de horizon. Als kind en jong volwassene werd ik geconfronteerd met een afscheid waar ik geen stem in had. Deze keer was ik niet lamgeslagen, als vijftig-jarige was het afscheid bewust.

De andere ballon was voor de toekomst: waar wil ik ‘de rest van mijn leven’ voor staan? De les die ik van mijn voorouders heb geleerd is dat ‘de rest van je leven’ zo maar morgen of volgende week klaar kan zijn. Deze dag, dit moment, dat telt. Wat wil ik doen, waar wil ik me voor inzetten? Wat is er in mijn leven écht belangrijk naast de basis: zoons, man en honden? Het leuke is dat ik, misschien wel door het gekke getal 50 sterk het gevoel heb dat ik écht zelf aan de knoppen kan en mag zitten. Natuurlijk mocht dat voor mijn verjaardag ook. Maar het voelt anders. De reis naar dit gevoel, deze overtuiging is gegroeid en misschien wel precies op een mooi moment, op die rotsen tot wasdom gekomen.

Op de wc heb ik in de dagen na onze thuiskomst een (werkzame!) lijst gemaakt met de thema’s waar ik me voor wil inzetten. Daar hebben we
juist op die plek een handig krijtbord voor. Geen goede voornemens maar ‘inzetten’. Een lijst met zaken die voor mij écht belangrijk zijn. Of waar ik ruimte voor wil maken om belangrijk te láten zijn. Dat ook.

Werk, het werk dat ik mag en kan doen, is daar een belangrijke peiler in. De afgelopen week merkte ik dat bij de eerste voorzichtige afspraken en gesprekken her en der. Terwijl mijn lijf nog in standje ‘relax’ staat, wordt mijn hoofd steeds meer wakker.

En het is ook even wennen, thuis: een kind dat ver weg is, voor zijn werk en zijn passie. Die leert om onder nogal warme omstandigheden toch te blijven functioneren. Het lijkt gisteren dat hij met -30 aan het kamperen was, trotseert hij temperaturen van boven de 50 graden. Ik zou niet met hem willen ruilen.

Het andere kind is ook een droom aan het verwezenlijken: de pabo. De eerste dag leverde meteen al de ontdekking op: ‘mam, als een kind dan snapt wat ik uitleg en je ziet hem opeens met springen vooruit gaan, dat maakt zó gelukkig!’

Maandag ben ik er weer! En ik heb er zin in. Maar nu nog even een weekendje kamperen. Om het af te leren…

4/3gGEqwnu6C46hQ6ugHk48BzvGKsnvjAQslNiWOjnfB6_xTJvHE9_BLQ